SCHOUDER

De schouder is een van je meest beweeglijke gewrichten. 

Heffen, duwen, trekken,... je doet het er allemaal mee. 

Tot pijn ter hoogte van de bovenarm en / of schouder je waarschuwt. Je bent onvoorzichtig geweest. Je arm heffen wordt plots een hele opgave of kan gewoon niet meer. Wat staal leek, lijkt lood geworden. In de hoogte werken met je armen gaat niet meer zonder pijn. En als slapen in zijlig ook al problematisch wordt, dan blijft ook 's nachts het rode lichtje branden. 

Wat kan er met een schouder zo al mislopen? Werking van de schouder

Er is nogal wat verwarring rond het woord schouder. Met de schouder duiden we gewoonlijk aan: het schouderblad, de bovenarm, het schoudergewricht, de schouderspieren en -pezen. De schouder vormt niet alleen het aanhechtingspunt van de armen aan de romp, maar zorgt er tevens ook voor dat je de armen in alle richtingen kunnen bewegen. Maar wat is nu juist 'schouder' in relatie tot bewegen? Betreft het bewegingen tussen de bovenarm en het schouderblad, dan noemen wij dat in de Bewegingspraktijk, schoudergewricht. Betreft het bewegingen van het schouderblad, dan noemen we het schouderblad bewegingen. Deze opsplitsing is zeer belangrijk bij de revalidatie.arm4image004

Als we het toch lineair willen beschrijven kan de werking van de schouder best worden vergeleken met de werking van een hijskraan. Deze vergelijking is niet zo ver van de realiteit van onze structuur als een tensegrale unit bij het zetten van macht, bij het uitvoeren van snelle bewegingen daar de structuren dan verstijven. Dat ze daarbij de vele voordelen verliezen die juist samen gaan met een tensegrale struktuur is een ander probleem. Door de 'last' arm kan de hijskraan een enorm gewicht verplaatsen over een grote afstand, het tegengewicht zorgt ervoor dat de kraan stabiel blijft.

De vergelijking met de schouder gaat als volgt: de afstand van de hand tot de schouder is je lastarm. Wie met gestrekte arm een gewicht van 10 kg voor zich uit draagt, heeft daarvoor in het schoudergewricht een trekkracht van 120 kg nodig (tegengewicht). De schouder wordt dus zwaar belast en is daardoor kwetsbaar. Door nieuwe inzichten, aangeleerd bij DoorvoeldBewegen, zien we gewrichten niet meer als elementen waar botten elkaar raken, maar waar spieren trekken om hefbomen te maken waardoor beweging mogelijk wordt. Het tensegrale netwerk werkt nonlineair en niet zoals door Borelli (1608-1679).

Klachten

Er zijn heel wat mogelijke oorzaken voor schouderpijn. We spreken over biomechanische klachten wanneer de oorzaak een aandoening betreft van het houdings- en/of bewegingsapparaat. Soms kunnen andere oorzaken zoals reuma, een neurologische aandoening en/of een operatie schouderklachten veroorzaken. Hieronder bespreken we enkel de meest voorkomende biomechanische klachten: 

Overbelaste spieren

Door samentrekken en ontspannen zorgen de schouderspieren ervoor dat je arm kan bewegen. Bij overbelasting (te lang gewerkt en/of met te grote trekkracht) ontstaat er 'oververmoeidheid' van de spier, een letsel of zelfs een scheur.

Overbelaste pezen

De pezen (de uiteinden van de spieren) hechten 'als een kap' aan de kop van je opperarmbeen, vandaar de benaming 'rotator cuff'. Ook de pezen kunnen overbelast worden, of bij een val op de schouder scheuren. De pijn die je dan voelt kan intens zijn en wisselend, vaak heb je ook 's nachts pijn. Bij een scheur van de schouderpees zullen een aantal handelingen moeilijk worden zoals het haar kammen, aankleden enz. Daarom worden je zo snel mogelijk veilige (minder belastende) handelingen aangeleerd om de schouder te beschermen en om toch de dagelijkse activiteiten te kunnen doen.

(Rotatoren: rotatie = draaien, omwentelen)(Cuff = omslag zoals van een mouw)

Inklemming (impingement ) 

Dit fenomeen kan je het gemakkelijkst begrijpen aan de hand van de tekening. De kop van het bovenarmbeen wordt overkoepeld door het schouderbladdak. In de ruimte tussen beiden lopen de pees en de slijmbeurs (bursa). Tijdens het zijwaarts heffen van je arm (tussen 60 en 120 graden) wordt de ruimte tussen kop en dak kleiner. Bij mensen met een foutieve stand van het schouderblad of bij een foutieve stand van de bovenarm kunnen pees en/of slijmbeurs sneller ingekneld raken, waardoor ze gaan zwellen. Met als gevolg dat ze meer plaats innemen en zo in een vicieuze cirkel belanden. Je voelt meestal een scherpe pijn bij een specifieke houding van de arm, dikwijls half-zijwaarts geheven. 

NOOT: op de tekening zie je goed dat botstukken elkaar niet raken, ok niet tijdens bewegingen.

Slijmbeursontsteking (bursitis)

Wanneer de slijmbeurs of bursa ontstoken raakt spreken we van bursitis. Je hebt meestal zeer scherpe schouderpijn, vaak acuut 's nachts, met onvermogen om op de arm te liggen.

Frozen Shoulder (met bewegingsbeperking zoals bij een 'bevroren' schouder)

Deze klacht ontstaat meestal na aanhoudende irritatie van de pees of de slijmbeurs maar ook na ongeval, operatie. Niet ongewoon bij patienten met suikerziekte. Hier is sprake van een kwetsuur aan je gewrichtskapsel zelf, met pijn en toenemende ernstige beperking van de bewegingsmogelijkheden. Ook als iemand anders je arm tracht te bewegen lukt dit niet of niet volledig.

Instabiliteit

Het probleem bij onze schouder is dat de kop van de bovenarm vrij groot is in verhouding tot de vrij kleine kom van het schouderblad. Dat kan je op de illustratie duidelijk zien. Daardoor is het schoudergewricht van nature niet zeer stabiel.

Aanpak

Onze aanpak bestaat uit volgende onderdelen: 

Begrijpen 

Tijdens instructie en scholing word je aangeleerd te bewegen met de arm zo dicht mogelijk tegen het lichaam om zo 'hefboomwerking' en inwendige krachten op de schouder te beperken. Het is ook belangrijk dat de schouder voldoende rust door regelmatig, al is het kort, de arm te ondersteunen (bv. op een bureau of op een tafel). Doe dat echter niet als het steunen op zich pijn doet. Aanvullend worden proprioceptieve oefeningen aangeleerd om het bewegingsgevoel bij te stellen. Tijdens DoorvoeldBewegen leren we niet eerst je hand naar een voorwerp te brengen maar wel eerst je ... naar achter te brengen. Eens dit reflex aangeleerd wordt de schouder als gewricht minder belast daar het schouderblad niet noodzakelijk ook onder spanning wordt gezet. Zoek zelf maar uit wat die ... kunnen betekenen!

Vermijden

Het is aangewezen dat je tijdens de eerste fase sporten en activiteiten vermijdt die het schoudergewricht belasten zoals zwemmen en tennis. Dit zal een ongunstig effect hebben op het herstel en de revalidatie. 

Bewegen

Toch is het belangrijk dat je ook met een gekwetst schoudergewricht in conditie blijft, dus elke dag voldoende bewegen, doch wel op een veilige manier. Specifieke passieve tot lichte actieve thuisbewegingen zorgen ervoor dat je schoudergewricht binnen de pijngrens wordt bewogen. Zo wordt de beweeglijkheid en de doorbloeding onderhouden en wordt verstijving van het gewricht voorkomen. In een latere fase kunnen uithoudings- en versterkingsoefeningen worden uitgevoerd om de spierkracht te bevorderen zodat herhaalde bewegingen niet als overbelastend worden aangevoeld.

Referenties

www.kngf.nl

 

© 2021 – Jan b Eyskens